Kinderdagverblijf "Het Wolkje" B.V. Zieke kinderen en medicijnen

Een kind is ziek als:

• hun lichaamstemperatuur boven de 38,5 graden koorts is (bij 38.5 worden ouder(s)/verzorger(s) gebeld en bij 39 graden koorts of hoger moeten ouder(s)/verzorger(s) hun kind altijd komen ophalen)
• hij/zij zich niet meer kan handhaven in de groep omdat het zich niet lekker voelt en 1 op 1 aandacht nodig heeft.
• wanneer hij/zij een besmettelijke ziekte heeft bij koorts wordt opgemerkt dat dit zeer kind-afhankelijk is. Het ene kind voelt zich met een lichaamstemperatuur van 38 graden niet lekker, terwijl een ander kind bij een lichaamstemperatuur van 38,5 graden nog lekker aan het spelen is. Sommige kinderen hebben vaak verhoging, andere kinderen hebben nooit koorts. Bij het bekijken of een kind op het kinderdagverblijf mag blijven of kan komen, wordt in eerste instantie uitgegaan van de lichaamstemperatuur, maar er wordt ook gekeken naar het kind.
• Kinderen mogen met verkoudheidsklachten (loopneus, neusverkoudheid, niezen, keelpijn en af en toe hoesten) of bekende (astma) Hooikoortsklachten naar de kinderopvang,

Behalve:

• Als het kind andere klachten heeft die passen bij COVID-19 zoals: koorts (38 graden Celsius en hoger), benauwdheid, meer dan incidenteel hoesten, plotseling verlies van reuk en/of smaak;
• Als iemand in het huishouden van het kind naast milde coronaklachten ook koorts (38°C of hoger) en/of benauwdheidsklachten heeft, blijft het kind thuis.
• Bij benauwdheid en veel hoesten
• Als zij een huisgenoot zijn van een patiënt met een bevestigde COVID-19 infectie;
• Als er iemand in het huishouden van het kind is die naast (milde) corona klachten ook koorts (38 graden en hoger) en/of benauwdheid heeft en er is nog geen negatieve testuitslag. Kinderen mogen pas weer naar de opvang als zij 24 uur geen klachten meer hebben en naast verkoudheidsklachten verder niet ziek zijn. Als iemand in het huishouden van de kinderen negatief getest is voor COVID 19, of als iedereen 24 uur geen klachten heeft, mogen de kinderen weer naar de opvang.
• Als iemand in het huishouden van de kinderen getest is voor COVID 19 en een positieve testuitslag heeft, dan zijn de adviezen van de GGD over de te nemen maatregelen leidend. Kinderen moeten dan thuis in quarantaine blijven tot en met 10 dagen na het laatste risicocontact met de besmette huisgenoot, als er sprake is van strikte zelfisolatie (dat wil zeggen geen risicocontact tussen de besmette persoon en alle huisgenoten). Als de huisgenoot positief getest is en strikte zelfisolatie (zonder risicocontact met huisgenoten) is mogelijk, dan mogen alle overige huisgenoten (dus ook kinderen) als zij zelf geen klachten hebben zich vanaf de 5e dag na het laatste risicocontact met de besmette huisgenoot laten testen op COVID-19. Als de testuitslag negatief is, dan 
  hoeft de quarantaineperiode van 10 dagen niet afgemaakt te worden. Het is van belang om ook daarna alert te blijven op klachten en om opnieuw te testen als zich toch klachten ontwikkelen. Als strikte zelfisolatie niet mogelijk is, moeten kinderen in quarantaine blijven tot en met 10 dagen nadat de huisgenoot met COVID 19 uit isolatie mag.

Als uw kind erg ziek is? Belt u de huisarts.

Kinderen met een temperatuur van 39 graden dienen opgehaald te worden, maar als een kind een temperatuur heeft van 38,5, wordt er sowieso contact opgenomen met de ouder(s)/verzorger(s) om te overleggen. Zijn de ouder(s)/verzorger(s) niet bereikbaar, dan bellen we het tweede adres dat de ouder(s)/verzorger(s) opgegeven hebben voor noodgevallen.

Indien er tussen de ouder(s)/verzorger(s) en de leidster onenigheid dreigt over het ziektebeeld en/of symptomen en het wel of niet ophalen van het kind, worden de richtlijnen vanuit ons protocol gevolgd of de GGD geraadpleegd voor advies.

Een kind dat door ziekte 1 op 1 aandacht nodig heeft, voelt zich niet lekker, om wat voor reden dan ook. Er wordt verondersteld dat kinderen zich in een dergelijke situatie thuis het beste op hun gemak voelen en kunnen rusten of beter worden. Bovendien vindt er op een kinderdagverblijf groepsopvoeding plaats en is er derhalve geen mogelijkheid om een kind gedurende de hele dag 1 op 1 aandacht te geven.

Wanneer uw kind ziek is en niet komt, verzoeken wij u om dit voor 9.00 uur te melden bij het kinderdagverblijf. De pedagogisch medewerkers willen dan graag weten wat er aan de hand is, zodat zij (indien nodig) de andere ouder(s)/verzorger(s) kunnen informeren, bijv. bij eventuele besmettingsgevaar. De dag dat uw kind ziek wordt (of door u ziek wordt gemeld), berekenen we als opvangdag.

Bij onderstaande (besmettelijke) ziekten kan het kind niet naar het kinderdagverblijf komen:

Ouder(s)/verzorger(s) worden geïnformeerd over heersende besmettelijke ziektes middels een gele kaart op de deur in de hal. Voor infectieziekten wordt de regeling gehanteerd zoals die door de GGD is opgesteld.

Bloederige diarree of ernstige diarree:
Het kind moet thuisblijven tot bekend is wat de oorzaak van de diarree is. -  Krentenbaard/kinderzeer:
Het kind mag het kinderdagverblijf niet bezoeken totdat alle blaasjes zijn ingedroogd (of 48 uur na de start van evt. behandeling, waarbij duidelijk is dat de behandeling is aangeslagen). Dit standpunt is ingenomen in verband met persoonlijke verzorging van de kinderen, en het feit dat kleine kinderen vaak toch aan de open plekjes zitten, dus uit oogpunt van hygiëne.

Waterpokken: 
Het kind mag het kinderdagverblijf niet bezoeken totdat alle blaasjes zijn ingedroogd. Dit standpunt is ingenomen in verband met persoonlijke verzorging van de kinderen, en het feit dat kinderen vaak toch aan de open plekjes zitten, dus uit oogpunt van hygiëne. 

Koortslip/herpesvirus:
Zolang de blaasjes niet zijn ingedroogd, mogen zij niet komen spelen. Aangezien dit zeer besmettelijk is en kleine kinderen veel in hun mond stoppen. 

Hoofdluis:
Tot de hoofdluis geheel verdwenen is (indien een broer/zus hoofdluis heeft, wordt van de ouder(s)/verzorger(s) verlangd dat zij een pedagogisch medewerkster daarvan op de hoogte brengen). 

Rode hond:
Een kind met rodehond mag het kinderdagverblijf niet bezoeken omdat er regelmatig zwangere vrouwen het kinderdagverblijf bezoeken en in verband met een eventuele zwangerschap van de leidsters. 

Buiktyfus:
Kinderen met buiktyfus mogen niet naar het kinderdagverblijf komen, ook broertjes en zusjes met dezelfde verschijnselen mogen niet komen. De GGD bericht de kinderopvang wanneer het kind weer toegelaten mag worden. 

Roodvonk 

​Bof: 
Een kind met bof kan het kinderdagverblijf niet bezoeken, omdat veel jonge baby’s hier nog niet volledig tegen zijn ingeënt. 

Polio:
Polio dient direct gemeld te worden bij de GGD. De GGD overlegt met de kinderopvang over het verdere beleid. 

Open tuberculose: 
Een kind met open tuberculose moet geweerd worden zolang het besmettelijk is, dit is meestal 3 weken na de start van de behandeling maar soms langer. Hierover is overleg met de GGD. 

Wij volgen altijd het advies van het RIVM (Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu) op voor besmettelijke ziekten. De GGD richtlijnen volgens het RIVM (kinderziektes en behandeling GGD) met daarin informatie over ziektes. 

Toedienen van medicijnen:

Op advies van de GGD worden medicijnen alleen toegediend als deze door de (huis)arts zijn voorgeschreven. Ouder(s)/verzorger(s) dienen altijd een verklaring te ondertekenen waarop zij vermelden welk medicijn, wanneer en in welke dosering moet worden toegediend. De leidsters noteren via het online systeem “Bitcare” het tijdstip van toediening. De bijsluiter van het medicijn moet altijd meegegeven worden, zodat deze nog nagelezen kan worden. Tevens moet de medicatie thuis al een keer gegeven zijn, zodat bekend is hoe het kind reageert op de medicatie!

Paracetamol:
Paracetamol wordt veel gebruikt bij kleine kinderen, o.a. bij het doorkomen van tanden en kiezen (al dan niet met koorts) en na een inenting of bij pijn of koorts zonder directe aanleiding. Er wordt door de leidsters alleen paracetamol op voorschrift van een (huis)arts toegediend, tevens tekenen ouder(s)/verzorger(s) altijd een verklaring. Koorts heeft altijd een oorzaak, die vaak niet direct aan te tonen is. Omdat het kinderdagverblijf aansprakelijk is voor het kind gedurende het verblijf, wordt er geen paracetamol toegediend. Stel dat het kind ernstig ziek wordt en de koorts is onderdrukt met paracetamol, kan het kinderdagverblijf aansprakelijk worden gesteld. Om dit te voorkomen, wordt paracetamol alleen op doktersvoorschrift gegeven. Indien ouder(s)/verzorger(s) `s ochtends thuis een kind paracetamol geven, ligt de verantwoording daarvan bij de ouder(s)/verzorger(s). Het is ouder(s)/verzorger(s) niet toegestaan om gedurende de dag op het kinderdagverblijf zelf het kind paracetamol te geven om zodoende het kind op het kinderdagverblijf te kunnen laten.​

Homeopathische middelen:
Veel ouder(s)/verzorger(s) geven hun kind homeopathische middelen, zoals chamodent of neusspray. Ouder(s)/verzorger(s) wordt gevraagd een medicijnverklaring daarvoor in te vullen. Bij herhaling (dus bv. na een maand niet meer gebruikt te hebben) van het middel, dient de verklaring steeds opnieuw ingevuld te worden.

Medische handelingen:
De groepsleiding is niet bevoegd om medische handelingen uit te voeren. Mocht er zich een situatie voordoen waarin het noodzakelijk is dat er bij een kind een medische handeling verricht moet worden, dan zal de directie per geval beslissen of aan dit verzoek gehoor kan worden gegeven.

Er wordt bij het toedienen van medicatie of uitvoeren van medische handelingen altijd met zorgvuldigheid gehandeld. Toch kan het gebeuren dat er een vergissing wordt begaan of een fout wordt gemaakt. In dit geval kan Kinderdagverblijf De Kei en/of de medewerker zelf strafrechtelijk of civielrechtelijk aansprakelijk gesteld worden. Om dit zo goed mogelijk te voorkomen hebben we een medicijnenverklaring opgesteld waarin aangegeven staat op welk moment welke medicatie gegeven moet worden of welke medische handeling moet worden uitgevoerd. Ouder(s)/ verzorger(s) tekenen dat zij hier de verantwoordelijkheid hiervoor nemen. Zonder ondertekening worden geen medische handelingen uitgevoerd en geen medicatie gegeven.

De Wet BIG (wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg) is slechts van toepassing op medische handelingen die beroepsmatig worden verricht. In noodsituaties wordt iedereen geacht naar beste vermogen te handelen en kan het verrichten van voorbehouden handelingen in strijdt met de wet zelfs noodzakelijk zijn. In dat geval is er sprake van overmacht en levert de hulpverlening geen strafbaar feit op.

Omgaan met medicatie:
Geneesmiddelen worden altijd bewaard in de originele verpakking. Hierbij is het van belang dat er op de verpakking duidelijk is aangegeven hoeveel, wanneer en op welke wijze de medicatie toegediend moet worden. We lezen goed de bijsluiter.

De uiterste gebruiksdatum wordt regelmatig gecontroleerd, de datum van opening zetten we duidelijk op de verpakking.

We schrijven duidelijk de naam van wie het medicijn is op de verpakking of we leggen het in het bakje van het betreffende kind.

Geneesmiddelen worden nooit voor het eerst op Kinderdagverblijf De Kei gegeven, dit moet thuis al eens gebeurd zijn. Dit in verband met allergische reacties of bijwerkingen die erop zouden kunnen treden.

• Zieke pedagogisch medewerkers besteden extra aandacht aan een goede handhygiëne.
• Wanneer zieke kinderen met verkleedkleren spelen, worden de kleren extra gewassen.
• Zieke kinderen krijgen een eigen handdoek of gebruiken papieren handdoekjes
• Een kind met een loopoor, daarbij moet thuis het oortje al afgeplakt worden, met bijvoorbeeld een pleister. Geen watje in het oor doen. Het is verstandig om te zorgen voor een goede hygiëne, om zo besmetting naar andere te voorkomen. Was daarom uw handen goed, nadat u een loopoor heeft schoongemaakt.
• Speelgoed waarmee een ziek kind heeft gespeeld, wordt gereinigd voordat andere kinderen het gebruiken.

Kinderen worden bij het spelen in hoog gras/struiken gecontroleerd op teken. Teken worden zo snel mogelijk verwijderd met behulp van een tekenpincet (recht naar boven uittrekken). Na verwijdering van een teek wordt het wondje direct gedesinfecteerd. De datum en de plaats van een tekenbeet wordt altijd genoteerd. Ouder(s)/verzorger(s) worden hiervan ook meteen op de hoogte gesteld.